Werkgevers moeten veertigplussers niet afschrijven
24 maart 2011
Langer door móeten werken? Langer door wíllen werken zul je bedoelen! Het denken over werken tot (en met) je vijfenzestigste zou positiever kunnen, vindt Beate van der Heijden, hoogleraar Bedrijfskunde in Nijmegen. Het aandeel oudere werknemers dat zegt tot hun vijfenzestigste jaar te willen doorwerken, is de laatste jaren gestegen van 21 procent in 2005 naar 36 procent in 2008. Ouderen kunnen, aldus Beate van der Heijden (hoogleraar Business Administration, in het bijzonder Strategisch Human Resource Management), met hun kennis en ervaring een grote toegevoegde waarde hebben op de arbeidsmarkt.
Vooroordelen
Werkgevers laten zich nogal leiden door stereotiepe ideeën over oudere werknemers. Veertigplussers - mensen die dus toch nog gauw 25 jaar aan het werk zullen blijven - zouden minder ambitieus zijn, duurder, hun prestaties en hun innoverend vermogen zouden afnemen, hun kennis zou onderhevig zijn aan erosie, ze zouden minder flexibel zijn, minder creatief, star en gefrustreerd.
Zelfvervullende profetie
Werknemers boven de veertig denken daar zelf heel anders over. Maar, stelt Van der Heijden, dan treedt de zelfvervullende profetie in werking: omdat werkgevers niet 'geloven' in veertigplussers, besteden ze minder aandacht aan hun loopbaan- en ontwikkelingsmogelijkheden; de betreffende werknemers raken door die negatieve houding gefrustreerd, waardoor de baas nog negatiever gaat denken over hun inzetbaarheid.
Ouderen en jongeren die samenwerken
Belangrijk is om kennis en senioriteit van ouderen in de organisatie door te geven naar de jongeren. We schreven hier eerder over in 'vergrijzing en de inrichting van de werkomgeving'. Het is belangrijk dat een bedrijf diversiteit kent, zodat mensen van elkaar kunnen leren. De inrichting van de werkomgeving speelt bij het samenbrengen van mensen een belangrijke rol. Schrijf oudere medewerkers niet zomaar af, maar koester ze en zorg dat ze met hun ervaring de jongeren nog iets kunnen leren.
(via)