Het blauwe boekje voor kantoor?

23 maart 2010

Interruptie op kantoor kan een probleem zijn voor medewerkers in een open kantoor. Mogelijk voelen ze zich niet op hun gemak omdat collega’s mee kunnen luisteren met telefoongesprekken en zien wat ze op hun computer doen. Medewerkers ervaren het als een middel voor het management om meer controle uit te oefenen op de medewerker. Werken in een open kantoor is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Mensen zijn het niet gewend en moeten aangeleerd worden hoe ze met de vrijheid van een open werkplek omgaan.

 

Een nieuw soort kantooretiquette ontstaat. Kantooretiquette is afgestemd op het soort werk dat mensen doen. Het kantoorconcept zou ook afgestemd moeten zijn op het werk dat mensen doen. Een kantoorconcept waar mensen ervaren dat ze door het concept niet ondersteund worden in het werk dat ze doen, is een fout kantoorconcept. In de werkomgeving van mensen moeten voldoende mogelijkheden zijn om werkzaamheden op een juiste manier uit te voeren. Concentratiewerk op een daarvoor ingerichte plek en samenzijn met collega’s in andere ruimten. De mate waarin er van dat soort ruimten zijn is afhankelijk van het soort werk en de soort mens.

 

Medewerkers moeten leren rekening met elkaar te houden. Een huisvestingsadvies afgestemd op de organisatie kan namelijk ook veel goed doen. Om innovatie en kennisdeling onder medewerkers mogelijk te maken is het goed om letterlijk de muren te doorbreken. Het horen van een telefoongesprek kan lastig zijn, maar ook aanleiding geven om met een collega te overleggen en aan te haken bij een vraagstuk. Je ziet en leert meer, informeel overleg wordt bevorderd en mensen zien elkaar, voelen elkaar, beleven elkaar. Dat kan, op de juiste manier uitgevoerd, goed zijn voor de sfeer en prestatie van de organisatie.